Vet: Waar zit het in?

Paragraaf voortgang:

Verzadigd vet

De belangrijkste bron van verzadigde vetten in onze voeding zijn dierlijke producten. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen verzadigd vet uit zuivel en verzadigd vet uit vlees. Verzadigd vet uit zuivel is niet slecht voor de gezondheid, terwijl verzadigd vet uit vlees wel een negatieve invloed op gezondheid kan hebben.

Verzadigd vet kun je vaak herkennen doordat het bij kamertemperatuur hard is.

Onverzadig vet

onverzadigde vetten zijn onder te verdelen in:

  • omega 3 (bijv. in vis, lijnzaad, noten)
  • omega 6 (plantaardige oliën zoals sesamolie, maisolie en zonnebloemolie)
  • omega 9 (olijfolie)

Onverzadigd vet is bij kamertemperatuur vloeibaar. Ze verlagen het LDL-cholesterol en hebben een belangrijke rol in verschillende processen in je lichaam.
In je afweersysteem zorgen ze bijvoorbeeld voor de aanmaak van ontstekingsbevorderende- en ontstekingsremmende stoffen. Die heb je allebei nodig.
Omega 6 zorgt voor de aanmaak van ontstekingsbevorderende stoffen en omega 3 voor de ontstekingsremmende stoffen.

De verhouding van de hoeveelheid omega 3 ten opzichte van de hoeveelheid omega 6 vetten zou 1:5 moeten zijn. Dus je moet eigenlijk  5 x zoveel omega 6 eten als omega3, In de westerse wereld is de verhouding echter meestal zo rond de 1:20-25. We eten dus 20 tot 25 keer zoveel omega 6 dan dat we omega 3 eten. En daardoor kunnen er meer ontstekingsbevorderende stoffen worden aangemaakt dan wenselijk is. Je kunt bijvoorbeeld eczeem krijgen, of bloedend tandvlees.

Omega 9 wordt ook door je lichaam zelf aangemaakt, maar kan dmv voeding worden aangevuld. Omega 9 is belangrijk voor je cholesterol huishouding en kan de waarden van het HDL-cholesterol (in de volksmond ‘het goede cholesterol”) laten stijgen.

Transvet

Transvetten zijn ook onverzadigde vetten. Er bestaat een wezenlijk verschil tussen transvetten van natuurlijke en niet-natuurlijke oorsprong:

Transvetten van natuurlijke oorsprong:

  • komen voor in alle vetten van herkauwende dieren (zuivel, kaas, vlees en vleeswaren)
  • komen in kleine hoeveelheden voor in voeding en zijn niet van invloed op de gezondheid

Transvetten uit niet-natuurlijke bron (chemisch gemaakte transvetten):

  • zijn zeer ongezond en verhogen de kans op hart- en vaatziekten
  • ontstaan als je onverzadigd vet via een chemisch proces hard gaat maken (bijv van zonnebloemolie margarine maken). Dat harden wordt gedaan omdat het dan beter gebruikt kan worden in bijv koekjes en veel goedkoper is dan roomboter.
  • zitten in harde margarines, frituur-/bak-/braadvetten en in producten uit de bakkersindustrie

In veel landen zijn chemische transvetten in  levensmiddelen al verboden. In Nederland echter nog niet.
Je herkent transvetten op de ingrediëntenlijst van producten als ‘gedeeltelijk gehard vet‘. Als je dit ziet staan op een product kun je het beter vermijden.