Wat eet je niet?

Paragraaf voortgang:

Koolhydraten:

In een koolhydraatarm voedingspatroon eet je een beperkte hoeveelheid (maximaal 100 gram per dag) complexe koolhydraten.

Koolhydraten die je zoveel mogelijk vermijdt/niet eet zijn de zogenaamde enkelvoudige- of ‘snelle’ koolhydraten. Door deze koolhydraten eten ontstaat er een piek in de bloedsuikerwaarden. En dit willen we voorkomen.

Eet dus geen enkelvoudige of ‘snelle’ koolhydraten. Deze zitten vaak in bewerkte producten. Dat zijn producten waar voedingsstoffen uit gehaald zijn (geraffineerd) en/of er is suiker aan toegevoegd, zoals:

  • frisdrank, vruchtensap
  • snoep, koek
  • hagelslag, chocoladepasta

Zetmeel is een zogenaamde complexe koolhydraat. Daardoor duurt het wat langer voordat de glucose in de bloedbaan komt. Het maakt echter wel uit om welk type zetmeel het gaat. Geraffineerd of ongeraffineerd. Veel zetmeelrijke producten zijn geraffineerd. Dat betekent dat ze ontdaan zijn van vezels en andere gezonde voedingsstoffen. Dit type zetmeel wordt net zo snel opgenomen als enkelvoudige koolhydraten. Eet daarom geen producten met geraffineerd zetmeel, zoals:

  • Witte pasta/witte rijst
  • witbrood
  • chips
Witte pasta is niet geschikt in een koolhydraatarm dieet

Eiwitten

Eiwitten uit dierlijke producten (vlees, vis, kip, ei, zuivel) zijn allemaal geschikt in een koolhydraatarm voedingspatroon.

We zagen al eerder dat je naast dierlijke eiwitten, ook eiwitten uit plantaardige bronnen hebt. Deze plantaardige eiwitten zitten soms in voedingsmiddelen die ook veel koolhydraten bevatten:

  • peulvruchten (bonen, linzen, kikkererwten, spliterwten, etc): beperkt eten
  • granen (tarwe, spelt, rogge, gort, haver, quinoa): zeer beperkt eten/vermijden
Bonen zijn peulvruchten en bevatten naast eiwitten ook veel koolhydraten

Vetten

Vetten die je absoluut moet vermijden omdat ze zeer ongezond zijn, zijn transvetten. Er bestaat een wezenlijk verschil tussen transvetten van natuurlijke en niet-natuurlijke oorsprong:

Transvetten van natuurlijke oorsprong:

  • komen voor in alle vetten van herkauwende dieren (zuivel, kaas, vlees en vleeswaren)
  • komen in kleine hoeveelheden voor in voeding en zijn niet van invloed op de gezondheid

Transvetten uit niet-natuurlijke bron (chemisch gemaakte transvetten):

  • zijn zeer ongezond en verhogen de kans op hart- en vaatziekten
  • ontstaan als je onverzadigd vet via een chemisch proces hard gaat maken (bijv van zonnebloemolie margarine maken). Dat harden wordt gedaan omdat het dan beter gebruikt kan worden in bijv koekjes en veel goedkoper is dan roomboter.
  • zitten in harde margarines, frituur-/bak-/braadvetten en in producten uit de bakkersindustrie (koek, cake)

In veel landen zijn chemische transvetten in  levensmiddelen al verboden. In Nederland echter nog niet.
Je herkent transvetten op de ingrediëntenlijst van producten als ‘gedeeltelijk gehard vet‘. Als je dit ziet staan op een product kun je het beter vermijden.